Subscription Nederlands A1 (Rus)

Course Content

Expand All

Schrijven 8 2 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Schrijf de producten op die je kent.

Oefening 2. Kies het juiste woord uit.

Spreken 8

Hoofdstuk 9 - Het huis. Ontkenning (geen/ niet).

Lezen 9 3 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Waar of niet waar?

Oefening 2. Kies het juiste woord.

Oefening 3. Tegenstellingen.

Grammatica 9 3 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Gebruik “niet” in de zinnen.

Oefening 2. Gebruik “geen” in de zinnen.

Oefening 3. Gebruik niet of geen in de zinnen.

Luisteren 9 2 Topics | 1 Quiz

Expand

Lesson Content

0% Complete 0/2 Steps

Lees de vragen en luister naar de tekst.

Beantwoord de vragen.

Lees het transcript.

Schrijven 9 2 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Schrijf de namen van de kamers in een huis op.

Oefening 2. Kies het juiste woord uit.

Spreken 9

Hoofdstuk 10 - Nederlandse natuur en dieren. Er is/ er zijn.

Lezen 10 3 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Waar of niet waar?

Oefening 2. Kies het juiste woord.

Oefening 3. Tegenstellingen.

Grammatica 10 1 Quiz

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Geef antwoord op de vragen. Gebruik er is / er zijn.

Luisteren 10 2 Topics | 1 Quiz

Expand

Lesson Content

0% Complete 0/2 Steps

Lees de vragen en luister naar de tekst.

Beantwoord de vragen.

Lees het transcript.

Schrijven 10 2 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Schrijf de dieren in de goede rij.

Oefening 2. Kies het juiste woord.

Spreken 10

Hoofdstuk 11 - De weg vragen. Modale werkwoorden (kunnen, mogen, moeten).

Lezen 11 3 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Waar of niet waar?

Oefening 2. Kies het juiste woord.

Oefening 3. Tegenstellingen

Grammatica 11 1 Quiz

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Zet kunnen / moeten / mogen / willen in de juiste vorm.

Luisteren 11 2 Topics | 1 Quiz

Expand

Lesson Content

0% Complete 0/2 Steps

Lees de vragen en luister naar de tekst.

Beantwoord de vragen.

Lees het transcript.

Schrijven 11 2 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Schrijf de modale werkwoorden in de juiste vorm.

Oefening 2. Kies het juiste woord.

Spreken 11

Hoofdstuk 12 - Test

Zelfreflectie 10 Quizzes

Expand

Lesson Content

Oefening 1. Tegenstellingen

Oefening 2. Hebben en zijn

Oefening 3. de of het?

Oefening 4. Vervoeg de werkwoorden.

Oefening 5. Maak zinnen van de woorden.

Oefening 6. Maak vragen zonder vraagwoorden.

Oefening 7. Maak vragen met vraagwoorden.

Oefening 8. Geen of niet?

Oefening 9. Geef ja / nee antwoorden met “er is / er zijn”.

Oefening 10. Gebruik kunnen / moeten / mogen / willen in de juiste vorm.

Spreken 12

3 of 3

Course Content

Terms and conditions / Contact

Privacy Policy

© Copyright 2024 Linguaclub - All Rights Reserved

Registration form

login