Spreken 9 (A2.2)
Spreken 9 (A2.2)
Doelen: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet gebruiken.
Doelen: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet gebruiken.
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met sport. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document.
Doelen: Een student kan een gesprek in een kledingwinkel voeren. Een student kan over verschillende maten praten. Een student kan praten over kleding die je op verschillende gelegenheden draagt. Een student kan trappen van vergelijking gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan advies geven over wat men moet doen om werk te vinden. Een student kan een gesprek over verschillende beroepen voeren. Een student kan verschillende professionele eigenschappen bespreken. Een student weet hoe hij / zij zinnen met scheidbare werkwoorden moet maken.
Doelen van de les: Verschillende dieren kennen. Over de natuur kunnen praten. Constructies "er is / er zijn" kunnen gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan verschillende klachten uitleggen. Een student kan de dokter bellen. Een student kan vertellen wat je in verschillende situaties moet doen. Een student kan verschillende voegwoorden gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met technologie. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan de voltooid […]
Doelen van de les: Een student kan een gesprek over het Nederlandse onderwijssysteem voeren. Een student kan vertellen wat de verschillen zijn tussen het onderwijssysteem in Nederland en in zijn eigen land.
Doelen van de les: Een student kan over zijn gezin en familie vertellen. Een student kan vertellen over de verschillen tussen Nederlandse families en families uit zijn eigen land. Een student kan persoonlijk voornaamwoorden gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met het milieu. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan de […]
Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende historische stellingen. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan samenstellingen uitstekend vormgeven.
Doelen van de les: Een student kan een gesprek over de Nederlandse politiek voeren. Een student kan over de politiek in zijn land vertellen.
Doelen van de les: Een student kan over verschillende dieren praten. Een student kan over de verschillen tussen huisdieren en wilde dieren vertellen. Een student kan aanwijzende voornaamwoorden gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met het milieu. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan de […]
Doelen van de les: Deel 1: Beantwoord de vragen Deel 2: Beschrijf het plaatje Deel 3: Zullen we spelen?