Spreken 2 (A2.2)
Doelen: Een student kan beschrijven hoe die ergens naartoe moet komen. Een student kan verschillende voorzetsels gebruiken.
Doelen: Een student kan beschrijven hoe die ergens naartoe moet komen. Een student kan verschillende voorzetsels gebruiken.
Doelen: Een student kan praten en discussiëren over de ontwikkelingen in de Nederlandse taal. Een student kan zijn mening geven over de accenten in de Nederlandse taal. Een student kan […]
Doelen: Persoonlijke gegevens kunnen opgeven. Persoonlijke gegevens kunnen vragen. Tegenwoordige tijd kunnen gebruiken.
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben […]
Doelen: De cijfers / getallen tot 100 kennen Знать цифры / числа до 100
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben […]