login
Enter your email and password and start exploding killer features
0 of 100 Questions completed
Questions:
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
0 of 100 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Thank you for passing our placement test on the Linguaclub.eu platform!
Please take into account that any test can determine the level of language competence very conditional. Only grammar knowledge is evaluated, not listening and speaking.
According to your result, the recommended course is A1 (0% to 20%)
If you do not agree with the course recommended for you, please contact us personally.
Linguaclub team
Thank you for passing our placement test on the Linguaclub.eu platform!
Please take into account that any test can determine the level of language competence very conditional. Only grammar knowledge is evaluated, not listening and speaking.
According to your result, the recommended course is A2.1 (21% to 60%)
If you do not agree with the course recommended for you, please contact us personally.
Linguaclub team
Thank you for passing our placement test on the Linguaclub.eu platform!
Please take into account that any test can determine the level of language competence very conditional. Only grammar knowledge is evaluated, not listening and speaking.
According to your result, the recommended course is A2.2 (61% to 90%)
If you do not agree with the course recommended for you, please contact us personally.
Linguaclub team
Thank you for passing our placement test on the Linguaclub.eu platform!
Please take into account that any test can determine the level of language competence very conditional. Only grammar knowledge is evaluated, not listening and speaking.
According to your result, the recommended course is B1 (91% to 100%)
If you do not agree with the course recommended for you, please contact us personally.
If you scored 100% and speak Dutch confidently, then it is still recommended to take our B1 course first, then B2, since they are logically built one after another and contain a lot of useful information. It can help to improve your language skills.
Linguaclub team
1. De jongen is klein. … is 3 jaar.
2. De leerlingen zijn slim. … halen altijd goede cijfers
3. Mike … een nieuwe telefoon.
4. Jullie …. welkom hier!
5. De hoofdstad van Nederland … Amsterdam.
6. Anika … je hulp nodig.
7. Welke zin is correct?
8. Welke zin is correct?
9. Welke zin is correct?
10. De studenten … een boek.
11. … je in Utrecht of in Amsterdam?
12. Een man – twee …
13. Een boom – twee …
14. Een dag – twee ….
15. Twee neven – een ….
16. Hoe … u …?
17. Hij moet … goed …
18. Amber … vandaag later …
19. Het kind … alle snoepjes ..
20. Hij maakt een fout. Hij vergist …
21. Niels heeft … kat. … kat is erg lief.
22. Zijn vrouw is … Nederlandse. Zij is erg vriendelijk.
23. Het meisje drinkt veel …
24. Een stad – twee …
25. Een auto – twee …
26. Een … huis
27. Een … jongen
28. Het … kind. Het kind is …
29. Het is een … ring.
30. Deze jongen is … dan die jongen.
31. Dit huis is … als dat huis.
32. Ik kijk niet zo vaak televisie. Ik ga … naar een theater.
33. Maria kan goed dansen. Zij danst … Alice
34. Doe wat je wil, maar het is … praktisch!
35. Welke zin is correct?
36. Welke zin is correct?
37. Pauline spreekt een beetje Italiaans, … ze als kind in Italië heeft gewoond.
38. Hij speelt gitaar … hij zingt in een band.
39. … ik klein was, wilde ik arts worden.
40. Jouw digitaal horloge geeft aan dat het 14:15 is. Hoe zeg je hoe laat het is?
41. Jouw digitaal horloge geeft aan dat het 10:35 is. Hoe zeg je hoe laat het is?
42. Deze pen is van hem. Het is .. pen.
43. Diego heeft een cadeau voor Patricia. Hij heeft een cadeau voor …
44. Deze auto is van jou. Het is … auto.
45. Zij vertrouwt …
46. Ik vind … hond heel leuk, helaas kan ik … niet nemen, ik heb een allergie.
47. Elk van deze studenten … dit jaar inburgeringsexamen doen.
48. Deze jongen zit al 10 jaar op voetbal. Hij … goed voetballen.
49. Hij leest een boek….. de oorlog.
50. Hoe vaak ga je … Amsterdam?
51. Hij komt het huis …
52. Ik wacht … jou tot 13:00 uur, dan ga ik weg.
53. Zij moet lachen … mijn grapje.
54. De trein komt pas over twee uur aan. Ik heb … zin om te wachten.
55. Ze woont pas in Nederland. Zij spreekt nog … Nederlands.
56. Ze woont pas in Nederland. Zij spreekt nog … goed Nederlands.
57. ….. zegt , dat iedereen in Nederland fietst.
58. Wat …. ….. in Nederland tussen de middag?
59. Meestal … …. naar Zeeland, Limburg en naar de Waddeneilanden.
60. Diego leert nu Nederlands. Vroeger …. hij Spaans …
61. De jongen is moe. Hij heeft veel ….
62. Patricia was ziek. Ze is een weekje binnen ….
63. Ik heb in deze cursus veel …
64. …. jullie al begonnen?
65. Patricia heeft haar best …, daarom haalde zij een goed cijfer.
66. Waar … ik mijn tas neergelegd?
67. Hij … oud geworden.
68. Hoe maak je een correcte zin in de tegenwoordige tijd? Mijn vriend- opbellen
69. Hoe maak je een correcte zin in het imperfectum? Mijn vriend- opbellen
70. Hoe maak je een correcte zin in het perfectum? Mijn vriend- opbellen
71. Hoe maak je een correcte zin in met een modale werkwoord? Mijn vriend- opbellen + een modale werkwoord
72. Hoe maak je een correcte zin met om…te? Mijn vriend- opbellen + om .. te
73. Dat is een moeilijk woord. Hoe ….?
74. ‘Wat betekent dat woord?’ ‘Heb je ….?
75. Wij hoeven het werkstuk pas volgende week in te leveren. We hebben dus nog een week om het…
76. Diego weet niet zeker of hij die cursus gaat doen. Hij twijfelt dus of hij …
77. Kan ik u een kopje koffie….?
78. De docent zei “Het is belangrijk dat iedereen iets …
79. Zij … het zelf!
80. Zij heeft een wereldreis gemaakt en veel avonturen …
81. Jeroen heeft mij … om boodschappen te doen.
82. Haar ouders zijn …
83. Ik ben zijn naam vergeten. Weet jij nog hoe die jongen …. ?
84. Het ….heel hard gisteren.
85. De docent was erg vriendelijk en ….alles uit.
86. De kinderen hebben buiten met een bal ….
87. Welke zin is goed?
88. De moeder zegt tegen haar zoon dat hij moet opschieten. Hoe zegt zij dat?
89. De rijinstructeur zegt dat je moet uitkijken. Hoe zegt hij dat?
90. Wat zegt de moeder tegen haar kind, als zij wil dat hij iets opruimt?
91. Wat is zij nu aan het doen? (Studeren)
92. Wat is hij aan het doen? (bellen)
93. Welke zin met “om .. te” is correct?
94. Welke zin met “om .. te” is correct?
95. Jane ging naar huis, maar ….zij nog even een taartje had opgegeten.
96. Nadat Jane inburgeringsexamen … …., …. zij verblijfsvergunning .…
97. Als hij zijn best … … , … hij een beter cijfer .…
98. Waar is Amber? Zij … onze afspraak vergeten zijn.
99. Welke zin betekent hetzelfde? “Als ik veel geld had, kocht ik een mooie auto.”
100. Hoe kan je de volgende zin in de indirecte rede zeggen? “ Ze vraagt: “Lezen jullie regelmatig boeken?”
Enter your username and password to log into your account
Allready have an account?